Na een operatie of een periode van gips kan je hand, pols of onderarm stijf, pijnlijk of verzwakt aanvoelen. Herstel komt niet vanzelf, zeker niet in zo’n complex en beweeglijk deel van het lichaam. Juist daarom speelt handtherapie een belangrijke rol in de revalidatie. Deze gespecialiseerde vorm van therapie is gericht op het herstellen van kracht, mobiliteit en functie. Of het nu gaat om het buigen van een vinger of het opnieuw leren dragen van gewicht, handtherapie brengt structuur en begeleiding in het herstelproces.
Begeleiding direct na de operatie of gipsverwijdering
De eerste fase van herstel begint zodra het gips verwijderd is of de operatiewond voldoende genezen is. In deze periode wordt vaak gestart met milde oefeningen die gericht zijn op het terugkrijgen van beweeglijkheid.
Een handtherapeut kijkt naar de belastbaarheid van je hand en stelt een plan op dat aansluit bij jouw hersteltempo. Dit voorkomt dat je te snel te veel doet, maar ook dat je achterblijft in functieherstel. Klinieken zoals FysioHP bieden hiervoor maatwerkbehandelingen aan, afgestemd op de aard van de ingreep en het doel van het herstel.
Herstel van mobiliteit en kracht
Na een tijd in rust of immobilisatie raken spieren verzwakt en gewrichten stijf. Handtherapie richt zich op het gecontroleerd opbouwen van kracht en bewegingsvrijheid.
Dit gebeurt vaak via specifieke oefeningen, rektechnieken en, waar nodig, het gebruik van warmte of mobilisatietechnieken. De handtherapeut begeleidt dit proces nauwkeurig, zodat overbelasting of hernieuwde blessures worden voorkomen. Door regelmatig te meten, kan de voortgang goed in kaart worden gebracht en het programma worden aangepast waar nodig.
Oefenen met dagelijkse handelingen
Naast technische oefeningen draait het in de handtherapie ook om praktische toepasbaarheid. Denk aan schrijven, een kopje vasthouden of knopen dichtdoen.
Dit soort handelingen vragen coördinatie, kracht én souplesse. In de therapie wordt hier doelgericht op geoefend, zodat je zelfstandigheid snel verbetert. De handtherapeut kijkt daarbij niet alleen naar de hand zelf, maar ook naar houding, schoudergebruik en eventuele compensaties die zijn ontstaan tijdens de gipsperiode.
Hulpmiddelen en spalken waar nodig
Soms is extra ondersteuning nodig in de vorm van een spalk of brace. Deze worden vaak op maat gemaakt om specifieke structuren te ontlasten of juist bewegingen te ondersteunen.
Tijdens het traject kunnen ook tape, massage of functionele hulpmiddelen worden ingezet om het herstel te bevorderen. De handtherapeut bewaakt het juiste moment van afbouwen, zodat je hand stap voor stap weer op eigen kracht functioneert.
